donderdag 3 december 2009

Aangiften tegen PvdA burgemeester en Raadsgriffier

KLAAGSCHRIFT

Persoonlijk aangereikt op Hoofdbureau van politie Paardenveld.Utrecht
Motto: “Waakzaam en dienstbaar”.

Aan: Korpsbeheerder van Politie
T.a.v.: De klachtencoördinator / Kroonstraat 25, Utrecht.

Van: mevr. A.M.S.ten Berge / Servaasbolwerk 4 - 4bis / 3512 NK Utrecht.
Tel. 030-2316070 / 06-46443768 / amstenberge@hotmail.com

Datum: donderdag 03 december 2009
Betreft: Klacht
Bijlage: Aangiften.2 Stuks

Meneer Wolfsen, korpsbeheerder,burgemeester van Utrecht,

Op 23 augustus 2009 diende ondergetekende bij u en de Utrechtse politie (aan)klachten in tegen u en uw ambtenaren zie mijn brief van genoemde datum. Deze aangiftebrief betroffen de ambtelijke misdrijven rond mijn BEZWAARSCHRIFT van 24 juli 2009. ‘Verluchtigd’ met voorbeelden van eerdere ambtelijke delicten. Zie bijlagen

Heden donderdag 3 december 2009 dien ik hierbij een klaagschrift in over het politie optreden van vanmiddag. Het gebeurde verwoord ik als volgt. Om 14:30 uur meldde ik mij volgens afspraak bij de balie op het betreffende politiebureau. In mijn hand de nieuwste versie van mijn schriftelijke aangiften tegen u en de ambtenaren. Ik heb het college van B&W en alle leden van de Gemeenteraad reeds eerder per e-mail bericht dat ik op 23 augustus 2009 aangifte had gedaan tegen u en uw ambtenaren. Verdere informatie van de zijde van het OM daarover ontbreekt nog steeds. Maar nadat ik op 11 november 2009 van de Raadsgriffier het ‘Vaststellingsrapport Binnenstad Utrecht’ had ontvangen vond ik daarin de bevestiging dat mijn ingestuurde bezwaarschrift van 24 juli 2009 verduisterd moest zijn.

Om precies 15:00 uur gaf ik bij mevr. H.H.Jansen, agent van politie afdeling service en intake, mijn schriftelijke aangifte volgens Art.163 (2.1.1.)WvSv af. In de veronderstelling dar er een proces-verbaal opgemaakt zou worden. Mevr.Jansen, las in mijn bijzijn de 2 pages tellende aangifte door. Zie bijlagen Daarna ging zij buiten de wachtkamer in overleg en kwam terug in gezelschap van dhr. R.Balfoort, brigadier van politie, die zei naar ‘eer en geweten’ te handelen door te weigeren een proces-verbaal van aangifte op te laten maken. Hij adviseerde dat ik mij met de aangifte ook kon melden bij een hulp-officier van justitie. Maar hij weigerde een dergelijke hovj erbij te roepen.

Beide agenten verklaarden op ambtseed dat er geen sprake kon zijn van strafbare feiten door u en de andere verdachten gepleegd of zeiden dit met woorden van gelijke strekking. Om deze reden wilden zij geen proces-verbaal opmaken. Om precies 15:45 uur kreeg ik van dhr. Balfoort de aangifte (zie bijlage) weer terug en hij sommeerde mij tot 2x toe de wachtkamer te verlaten. Ik vraag mij af, als de politie als bevoegd ambtenaar, zich kennelijk niets gelegen laat liggen aan het bepaalde van Art.163(2.1.5.) in het WvSv. Waarom bestaat dat artikel dan ??????? Waarom bestaat de politie eigenlijk ? En waarom bent u nog niet weg ?

Utrecht, 03 december 2009 Handtekenig: A.M.S.ten Berge.

AANGIFTEN 03 december 2009
Pleegplaatsen: GRIFFIE GEMEENTERAAD UTRECHT / Postbus 16200,3500 CE Utrecht. Stadhuis Utrecht.
BUREAU BESTUURS- EN CONCERNDIENST / Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Stadhuis Utrecht.
Incidenten: Onrechtmatig in beslagneming poststuk /Vervalsing administratie door ambtenaar./ Verduistering van bewijsstukken etc. door ambtenaar / Deelneming aan strafbare feiten. / Schending auteursrecht, plagiaat en privacy.
TEN BERGE, ANNA MARIA SUSANNA / 6 maart 1944 te Utrecht / Adres/ plaats: SERVAASBOLWERK 4-4bis, te Utrecht.3512 NK.
Ik doe aangifte van verduistering van mijn Bezwaarschrift d.d. 24 juli 2009. Het verduisterde geschrift behoorde mij geheel toe. Niemand had het recht dit geschrift weg te nemen, het zich toe te eigenen of onder zich te houden. De verduistering vond als volgt plaats:
Op 20 juli 2009 heb ik per post het betreffende Bezwaarschrift welk ik gedateerd had op 24 juli 2009 opgestuurd naar de Gemeenteraad van Utrecht. Postbus 16200, 3500 CE Utrecht. De verdachte heer A.A.H. (AD) SMITS,raadsgriffier Utrecht weigerde aan mij op te sturen; een bevestiging van ontvangst van het betreffende bezwaarschrift, de toekenning van een registratienummer en een voorstel van afdoening door de Raad, ter zake van het betreffende bezwaarschrift.
Op 23 augustus 2009 heb ik aangifte gedaan tegen mevr. OUARDA SAIDI, ambtelijk medewerkster afd. Stedenbouw en Monumenten van de Gemeente Utrecht. SAIDI had het betreffende Bezwaarschrift d.d. 24 juli 2009 kennelijk blijvend onrechtmatig in beslag genomen. Het poststuk was immers niet aan haar of haar afdeling geadresseerd Strafrechtelijk gezien valt dit feit onder Art. 371 WvSr.: Onrechtmatige inbeslagneming poststuk. Bij het doen van aangifte d.d. 23-11-2009 heeft een onbekende dienstdoende hulp-officier van justitie aan de aspirant te kennen gegeven niet tot ‘opsporing gewenst’ te zullen overgaan. En dat deze anonieme beslissing de reden was waarom van mijn aangifte geen proces-verbaal werd opgemaakt.
Op 23 augustus 2009 deed ik ook aangifte tegen mevr. J. VAN DE VLIST-TIMMER, ambtelijk medewerker wnd. hoofd bij de Bestuurs- en Concerndienst van de Gemeente Utrecht, afdeling Documentatie- en Informatievoorziening. Van mevr. VAN DER VLIST-TIMMER ontving ik op 19 augustus 2009 een ontvangstbevestiging van een brief welke kennelijk op 21 juli 2009 ingekomen was bij de dienst registratie en documentatie. Uit de brief van VAN DE VLIST-TIMMER bleek dat verdachte ambtenaar geen registratienummer van mijn bezwaarschrift d.d. 24 juli 2009 had afgegeven. De verdachte ambtenaar gaf in haar brief van 19-06-2009 aan dat mijn geschrift verstuurd op 20-07-2009 hetzelfde briefkenmerk had gekregen als haar brief van 19-06-2009. Volgens aangever is dit een fout, een vervalsing van het kenmerk en de dagtekening van een poststuk. Volgens aangeefster en haar advocaat valt dit feit onder Art. 360 WvSr: Vervalsing administratie door ambtenaar. Op 23 augustus 2009 heeft een onbekende dienstdoende hulp-officier van Justitie de beslissing genomen op niet tot ‘opsporing gewenst’ te zullen overgaan en dat daarom geen proces-verbaal van deze aangifte opgemaakt zou worden.

In de kwestie van het verduisterde bezwaarschrift, sprak ik op 19 augustus 2009 de verdachte heer HENNY SPELBOS, ambtelijk medewerker bij de Bestuurs- en Concerndienst van de Gemeente Utrecht. SPELBOS is het Diensthoofd Documentatie- en Informatievoorziening, (DIV). In dit gesprek zei verdachte SPELBOS: “Ik heb uw bezwaarschrift mee naar huis genomen”, of woorden van gelijke strekking.
Op 23 augustus 2009 deed ik aangifte tegen dhr. HENNY SPELBOS inzake: Onrechtmatig in beslagneming van een poststuk. Vervalsing van administratie door ambtenaar en van Verduistering van bewijsstukken etc. door ambtenaar. (Art. 371,360,361 WvSr.) Op 23 augustus 2009 heeft de anonieme hulp-officier van Justitie de verbalisant te kennen gegeven niet tot ‘opsporing gewenst’ te zullen overgaan en dat daarom geen proces-verbaal van deze aangifte opgemaakt zou worden.
In het kader van deelneming aan strafbare feiten doe hierbij aangifte (Art.47 en Art.48 WvSr). tegen dhr. mr ALEID WOLFSEN, sinds 01-01-2008 burgemeester van Utrecht.
De medeplichtigheid vond als volgt plaats: Ik heb middels mijn aangiftebrief van 23 augustus 2009, welke ik bij dit proces-verbaal voeg WOLFSEN geïnformeerd over de ambtsmisdrijven in de bovenstaande kwesties. WOLFSEN heeft als burgemeester en voorzitter van de gemeenteraad niet gereageerd op mijn brief, noch heeft hij mondeling ontkend dat zijn ambtenaren zich, in zake de verduistering van mijn bezwaarschrift d.d. 24 juli 2009, fout of anderszins onrechtmatig gedragen zouden hebben.
Ik doe aangifte van schending van mijn auteursrecht door plagiaat en mijn privacy. Ik heb niemand toestemming gegeven de inhoud van mijn bezwaarschrift in boekvorm te reproduceren en daar financiëel voordeel uit te halen. De schending van mijn auteursrecht en mijn privacy vond als volgt plaats: De Griffie Gemeenteraad Utrecht stuurde mij werd per 10 november 2009 het betreffende boek, met de titel: Vaststellingsrapport Bestemmingsplan Binnenstad. De Auteurs van dit rapport, werden bekend gemaakt onder de aanduiding: ‘Team juridische zaken van de Gemeente Utrecht’. Het rapport was een uitgave van de Gemeente Utrecht. In het betreffende rapport wordt geciteerd namens A.M.S.ten Berge, reclamant. Ik heb de dhr. AD SMITS, griffier van de Gemeenteraad Utrecht, noch het ambtelijk Team van Juridische Zaken van B&W, noch enig lid van de Gemeenteraad toestemming gegeven mij een ‘reclamant’ te noemen en als zodanig in het openbaar rapport bekend te maken.
Als benadeelde partij wil ik de ontstane schade in het kader van een eventueel strafproces verhalen op de verdachten. In het geding was de uitvoering van het bestemmingsplan van de Binnenstad. Daartegen heb ik op 24 juli 2009 bezwaar aangetekend. Mijn bezwaar is nu door ambtelijke fraudes en onrechtmatigheden niet langs de reguliere weg behandeld. De enige mogelijkheid om mij te weren ligt in een strafproces. Ik verzoek de officier van justitie om bij de rijksrecherche opsporing te gelasten van alle hierboven genoemde ambtenaren, leden van de Gemeenteraad en de burgemeester, voorzitter van de Gemeenteraad. Ik wens van mijn recht op informatie inzake de opsporing, het verloop en de afdoening van de strafzaak, gebruik te maken.
Was getekend: aangever/ benadeelde. (Verbalisant).

1 opmerking:

Anoniem zei

Beste Anne Marie, je maakt dezelfde fout als vele anderen. Je ongerief op het internet zetten is een garantie dat bijna niemand het leest. Waar men vroeger nog met een spandoek de straat op ging, denkt tegenwoordig iedereen dat het schrijven van een stukje hetzelfde effect heeft. Desondanks veel succes met het aanpakken van de elite en een fijn weekend.