zaterdag 13 december 2008

10 klachten over sociale ambtenaren in Utrecht

Aan: Gemeente Utrecht. Sociale Zaken & Werkgelegenheid.
t.a.v.: Dhr. G. Meijerink, klachtencoördinator.

Antwoordnummer 9129
3500 ZA UTRECHT

Datum: 30 november 2008
Betreft: 10 Klachten


Geachte heer Meijerink,


Mijn naam is : mevr. A.M.S.ten Berge, hierna te noemen: Klaagster en /of Cliënt
Woonadres: Servaasbolwerk 4 / Postcode: 3512 NK. / Utrecht.
Tel.nr.: 030-231 6070 / Gsm: 06-46 44 37 68
Geb. datum : 06-03-1944 / Cliëntnummer : 127776
Plaats WWBdossier: CWI-Zuid (dhr.P.van der Bosch)en/of CWI-Noord(dhr.B.Coté)

Mijn klacht is gericht tegen Shanti Indraj, behandelend ambtenaar, Werk & Poortwachter Zuid . Tel.: 286 8051 hierna te noemen INDRAJ. Alsmede tegen Paul van de Bosch, teamleider Werk & Poortwachter Zuid, hierna te noemen BOSCH

Ik klaag over:
1. Alle hele en halve waarheden, hierna te noemen: leugens welke kennelijk nodig waren voor de onrechtmatige obstructies van INDRAJ en BOSCH in verband met de uitvoering van artikel 11 eerste lid van de Wet werk en bijstand:.” Iedere in Nederland woonachtige Nederlander die hier te lande in zodanige omstandigheden verkeert of dreigt te geraken dat hij niet over de middelen beschikt om in de noodzakelijke kosten van bestaan te voorzien, heeft recht op bijstand van overheidswege”. Deze klacht hierna te noemen. Een ambtelijk levensdelict. Uitsluiting van rechthebbende op bijstand.

2. Alle ambtelijke communicaties gebaseerd op roddels en laster van derden over wie, wanneer en hoe, klaagster vanaf Januari 2000 financieel onderhouden zou worden. Deze onrechtmatige communicaties waren duidelijk én opzettelijk negatief gericht tegen cliënt met dossiernummer 127776. Klaagster werd niet gehoord én klaagster kreeg ook niet te horen wie de bron was van deze valse inkomengegevens. Juist dát soort gegevens waardoor het recht op bijstand verloren gaat, terwijl de bewijslast bij de autoriteiten ligt. Deze klacht hierna te noemen ambtelijke achterbaksheid en willekeur ter bevoorrading van de Gemeentelijke doofpot.

3. Alle valsheden in geschrifte en valsheden in de ambtelijke taakuitvoering van INDRAJ en BOSCH. Deze klacht hierna te noemen, onbehoorlijk uitgevoerd mandaat.

4. Alle ambtelijke leugens, verwoord en/of geschreven, door INDRAJ en BOSCH ter attentie aan klaagster, aan dhr. P. de Klein, wijkagent van politie, aan Gerrit Meijerink, klachtencoördinator bij DMO, aan de Bestuurs- en concerndienst, afdeling Juridische Zaken (JZ) én aan de Dienst Gemeentelijke Ombudsman.(DGO) over € 48,35 paspoortgeld. INDRAJ zou vanaf 21 april 2008 op So,Za&We geld klaar laten leggen voor klaagster om een paspoort aan te kunnen schaffen (klaagster was door politie gevorderd dit identiteitsbewijs te komen tonen. ) Het geld was er niet, het kwam er niet en het zou er ook nooit komen. Deze klacht hierna te noemen, interne diefstal van (voorschot) bijstandsgeld.

5. Met voorkennis laten verdonkeremanen van bewijsstukken door derden. De betreffende stukken waren onmisbaar bij de aanvrage WWB-uitkering van 19 februari 2008. Deze klacht hierna te noemen, diefstal van schriftelijke bewijsstukken.

6. Opzettelijk foutief verzenden van stukken en bescheiden waaronder een nieuw paspoort d.d. 1 juli 2008, naar het huisadres van derden. Deze klacht hierna te noemen, onrechtmatig laten ‘verdwijnen’ van dossierstukken met auteursrecht en een paspoort van rechthebbende

7. Opzettelijk weigeren van communicatie, door INDRAJ en BOSCH, in alle gevallen waarbij klaagster belde voor informaties betreffende de lopende aanvrage WWB-uitkering van 19-02-2008. Klacht hierna te noemen, schending van de WOB-plicht tot informatie.

8 Dreigen om de aanvrage WWB-uitkering, bij DMO binnengekomen op 21-02-2008, buiten behandeling te stellen indien klaagster nog eens het CWI- Zuid of Noord durfde op te bellen óf als klaagster bij de klachtencoördinator een klacht durfde in te dienen omtrent haar bezorgdheid inzake de afhandeling van de betreffende aanvrage WWB-uitkering. Deze klacht hierna te noemen, ambtelijke chantage.

9. Ik klaag over INDRAJ en BOSCH, die onrechtmatig en onbehoorlijk bij derden zijn gaan klagen over de (mondige) cliënt ten Berge.Volgens hen, zou cliënt dagelijks op hinderlijke wijze bellen. Zou domweg niet reageren. Zou domweg niet verschijnen op afspraken. Zou niet willen ondertekenen. Zou gestoord zijn. Zou ambtelijke adviezen negeren. Zou net doen alsof ze niet kon lopen en geen vervoer had. Zou mondeling fout reageren door buitensporig te mopperen. Zou niet willen’ komen terwijl zijzélf de aanvraag van de 19de februari 2008 op 7 april 2008 hoorde in te dienen en aanwezig hoorde te zijn.
INDRAJ en BOSCH klaagden per e-mail en per telefoon over cliënt ten Berge, ten eerste bij Gerrit Meijerink, klachtencoördinatir bij DMO, afdeling ZoSa&We. Ten tweede, werd hun onvrede over hun klagende cliënt op 13 juni 2008 onder de aandacht gebracht van de Dienst Ombudsman Gemeente Utrecht (DGO) om daarna in verband met de juridische meningsverschillen te klagen bij de Bestuurs- en concerndienst, afdeling Juridische zaken van de Gemeente Utrecht. Deze klacht hierna te noemen, ambtelijke ontkenningen van de rechten en de plichten van klaagster, die als enige belanghebbende op wilde komen voor haar belangen bij het verkrijgen van inkomsten.

10. De feiten, dat INDRAJ en BOSCH zich als ambtenaar namens het College van B&W opzettelijke incompetent, zonder bedenkingen en excuses, tegenwerkend gedragen hebben, waarbij zij kennelijk doelbewust afstevende op absurde overschrijdingen van termijnen in het kader van de WWB. Zij lieten overduidelijk zien dat zij als ambtenaren maling hadden aan de WOB en absoluut geen plannen hadden om de WWB uit te voeren in het belang van hun cliënt. Deze klacht hierna te noemen, opzettelijk bestuurlijk machtsmisbruik

Ik wil graag een gesprek terzake van de bovenstaande, tien (10) klachten.

De relevante bewijsstukken van mijn klachten liggen op bovengenoemd woonadres: Servaasbolwerk 4 te Utrecht klaar voor inzage. Email: amstenberge@hotmail.com

Datum: 30 november 2008. Handtekening:

www.annemarietenberge.blogspot.com

vrijdag 12 december 2008

Aan: Hoofd Officier v. Justite te Utrecht.17 nov.2008

PERSOONLIJK AANGEREIKT

Aan : Arrondissementsparket Utrecht
Afd.: Bedrijfsvoering en ondersteuning
t.a.v.: dhr. mr. M.C.W.M.van Nimwegen, Hoofd officier van Justitie
Vrouwe Justitiaplein 1 te Utrecht

Afz. mevr. A.M.S.ten Berge
Servaasbolwerk 4
3512 NK Utrecht
Tel.: 030-231 60 70

Datum: 17 november 2008
Betreft: klacht over buitengewoon opsporingsambtenaar / hulpofficieren. v. Justitie.

Meneer van Nimwegen,

Hierbij dien ik een klacht in over uw opsporingsambtenaren en/of hulpofficieren van justitie die werkzaam zijn op het Paardenveld, Hoofdbureau van politie, Kroonstraat 25 te Utrecht.

Mijn klacht betreft hun halsstarrige weigeringen, om tussen 15:30 en 16:30 uur, een proces-verbaal op te maken van mijn aangifte van de 16de november 2008. Hun weigeringen werden op geen enkele manier en met geen enkel redelijk argument onderbouwd. Ik werd niet geïnformeerd over de namen noch over de dienstnummers van deze dienstweigeraars.

De betreffende aangifte ging over de diefstal van mijn nieuwe paspoort en ik had de toedracht op papier staan, ter grote van een A-4tje. Toen de dienstdoende officieren bleven volharden in hun weigering proces-verbaal op te maken, heb ik mijn aangifte ter plekke ondertekend en achtergelaten. De tekst van mijn aangifte luidde (in vet) als volgt:

Utrecht, 16 november 2008.

Hierbij doe ik Anna Maria Susanna ten Berge, geb. 06-03-1944 te Utrecht en woonadres Servaasbolwerk 4 / 3512 NK / Utrecht, aangifte van de diefstal van mijn paspoort. Ik heb niemand toestemming gegeven het betreffende paspoort in bezit te nemen, te verkrijgen en/of aan niet rechthebbenden te overhandigen.

De toedracht was als volgt.

Aangeefster was al sinds 11 juni 2002 niet meer in het bezit van een geldig identiteitsbewijs. Op 17 april 2008 vorderde dhr. P. de Klein, agent van politie district Utrecht en wijkagent binnenstad Utrecht, mij A.M.S.ten Berge, om een Nationaal paspoort aan te schaffen en dit document direct na het bezit daarvan, aan de politie te (komen) tonen.
Op 1 juli 2008 heb ik bij de Dienst Burgerzaken en Gemeentebelasting (DB&GB) Arthur van Schendelstraat 500 te Utrecht een nieuw paspoort aangevraagd en daarvoor € 48,35 betaald. Vanaf dinsdag 08 juli 2008 kon ik het nieuwe paspoort tegen inlevering van het afhaalbewijs bij DB&GB, op eerder genoemd adres afhalen. Ik moest het paspoort persoonlijk in ontvangst nemen. Afhalen door een ander persoon middels een machtiging, was niet mogelijk.
Het nieuwe reisdocument zou bij DB&GB gedurende 3 maanden na aanvraag klaar liggen en daarna worden vernietigd. Toen ik echter binnen het gestelde termijn bij DB&GB om mijn paspoort kwam vragen kon dit niet meer getoond worden.
Niet eerder dan 19 september 2008 kreeg ik als belanghebbende het schriftelijk bewijs van de betreffende paspoortdiefstal in handen....Op 31 juli 2008 schrijft, Maria Louisa Joanna Stephanie Brandt –van Heijst, geboren 31 augustus 1946 te Eindhoven en wonend Louis Couperusstraat 4, 5421 RN te Gemert, aan het College van B&W Gemeente Utrecht een brief. Het onderwerp betrof : Mevrouw A.M.S.ten Berge. Ik citeer uit deze brief het volgende:“Inmiddels ben ik wel in het bezit van een geldig paspoort van rechthebbende”. Einde citaat.
Ten gevolge van deze diefstal, nota bene onder eindverantwoordelijkheid van het College van B&W Gemeente Utrecht, ben ik onmachtig mij te legitimeren in die zaken waar de wet hierom vraagt. Ook ben ik onmachtig buiten mijn landsgrenzen te reizen en mij in het buitenland op te houden. De gevolgen van deze paspoortdiefstal ondervind ik nog iedere dag. Ik voel me belazerd bedrogen en vooral bestolen.
Het mag duidelijk zijn dat ik de dader op de betreffende diefstal aangesproken heb maar zij beriep zich steeds op haar zwijgrecht.
Het mag duidelijk zijn dat ik het College van B&W wilde aanspreken op hun onbehoorlijke bestuur. Een paspoort is tenslotte Staatseigendom en geen Gemeentelijk bezit waar maar naar goeddunken mee omgesold kan worden. B&W wensen niet met mij te communiceren.
Zakelijk gezien kan alleen de strafrechter een uitspraak doen en het gestolen Staatseigendom voor mij terugvorderen.
Ik wens te worden geïnformeerd over het verloop van de strafzaak.

Getekend, A.M.S.ten Berge,aangever,benadeelde.


Graag ontvang ik van u, binnen drie werkdagen, een positieve reactie / oplossing van mijn klacht, welke hopelijk in de sfeer ligt van een, alsnog opgemaakt proces-verbaal welke ik kan komen ondertekenen op bovengenoemd bureau van politie, district Utrecht.

Was getekend, A.M.S.ten Berge, klaagster

www.annemarietenberge.blogspot.com

Afschrift aan het Ministerie van Justitie en anderen.

Aan: Sector bestuursrecht, dhr.mr.R.F.B.van Zutphen, voorzitter.d .d. 11 dec.2008

Persoonlijk


Aan: Rechtbank Utrecht. Sector Bestuursrecht.
t.a.v.: dhr. mr. R.F.B. van Zutphen, sectorvoorzitter bestuursrecht
p/a Vrouwe Justitiaplein 1
Utrecht

Van: mevr. A.M.S.ten Berge, appellant

Servaasbolwerk 4

3512 NK Utrecht.

Datum: 11 december 2008
Betreft: inhoud van mijn brief van 01 december 2008
Bijlage: afschrift van mijn brief van 01 december 2008

Geachte heer van Zutphen,

Bij de Centrale balie van de Rechtbank Utrecht is op 14 november 2008 ingenomen: Mijn (duplo) beroepschrift, met 12 bijlagen van de 13de november 2008.Mijn beroepszaakomschrijving was héél duidelijk als volgt te lezen: A.M.S. ten Berge versus B&W Utrecht. Voor alle duidelijkheid: Het college van B&W is een bestuursorgaan. Ik ga er dus niet mee akkoord dat mijn beroep naar de afdeling Administratie algemeen is doorgestuurd. Mijn beroep had terecht moeten komen bij de griffier van de sector bestuursrecht.

Omdat ik de bevestiging van ontvangst met de voorgestelde afhandeling niet in goede orde ontvangen had, heb ik hierover mijn mondelinge beklag gedaan. Dit beklag heeft nóch bij uw sector bestuursrecht, nóch bij de afdeling ‘Administratie algemeen’ enige indruk gemaakt. Ik kreeg geen schriftelijk respons.

Daarna restte mij niets anders, dan om mij schriftelijk tot uw sector bestuursrecht te wenden. Bij de centrale balie is op 01 december 2008 ingenomen: Mijn brief betreffende mijn klachten over de irrelevante bevestiging van ontvangst van mijn beroep d.d. 13 nov. 2008 en mijn verzoek om afschriften.

Naar aanleiding van ons telefonische gesprek van deze morgen, heeft u mij te verstaan gegeven dat ook dit verzoekschrift van de 1ste december 2008 geen respons zou krijgen, tenzij ik mij nógmaals, maar dan persoonlijk aan u gericht, mijn brief van de 1ste december 2008, kwam afgeven, zodat u het beroepschrift bij de afdeling Administratie algemeen kon opvragen, voor behandeling door de rechter van Sector bestuursrecht.

Omdat er sprake is van een eigen, objectief bepaald, actueel, persoonlijk en rechtstreeks betrokken belang terzake van een eerlijke behandeling van mijn ingestelde beroep van de 13de nov.2008, ga ik er vanuit dat ik bij dit schrijven aan uw ‘dwang’ verzoek heb voldaan en dat ‘het' in orde komt.

Hoogachtend, mevr. A.M.S.ten Berge.

Aan de Bestuursrechter, 1 ste verzoek d.d. 01-12-2008 in de zaak A.M.S. ten Berge vs B&W van Utrecht

IN DUPLO voor intern gebruik.

Aan: de Rechtbank Utrecht.
Sector bestuursrecht.
t.a.v. De griffier
Vrouwe Justitiaplein 1,
Utrecht

Van: mevr. A.M.S.ten Berge
Servaasbolwerk 4

3512 NK Utrecht

.
Datum: 1 december 2008
Betreft: Bevestiging van ontvangst.
Verzoek om afschrift(en) .

Geachte heer / mevrouw,

Bij u is binnengekomen mijn beroepschrift d.d.13 nov. 2008, welk voldoet aan de volgende zaakomschrijving: Beroep op besluit. A.M.S. ten Berge versus B&W Utrecht.

Helaas heb ik de bevestiging van ontvangst hiervan, niét in goede orde mogen ontvangen. Over dit gemis heb ik vorige week geklaagd bij uw collega, dhr. Randy Geluk. Mevr. BRANDT heeft volgens mij in haar bezwaarschrift (1) van 31/07/2008 duidelijk om een uitzonderingsbesluit gevraagd. Daarop hebben B&W een voor beroep vatbaar besluit genomen. Dhr. Geluk zou een intern verslag over mijn klacht en argumenten maken. Als ik er recht op heb, gelieve dan een afschrift van dit verslag aan mij op te sturen. Verder adviseerde dhr. Geluk mij, over de gemiste ontvangstbevestiging aan de sector te schrijven, hetgeen ik hierbij doe.

Het ontbreekt mij dus aan de reguliere bevestiging van ontvangst van mijn beroepschrift (in duplo) van de 13de november 2008 met een baliestempel bij u ingekomen op de 14de november 2008.

In uw brief van 24-11-2008 mis ik de vermelding van de datum van mijn beroep; het zaaknummer van mijn beroep; de zaakomschrijving van mijn beroep; de initialen van griffier / rechter én de zittingsdatum.

Omdat deze gegevens ontbreken kan ik geen gefinancierde rechtsbijstand aanvragen. Hetgeen nu ook weer niet uw bedoeling kan zijn geweest.

Verder gaf dhr Geluk aan, dat mevr. Brand- van Heijst, maatschapslid van Kroezen BV te Vortum-Mullem namens mij, op 13 oktober 2008 reeds beroep heeft aangetekend. Zoals van meerdere van haar onrechtmatige activiteiten wist ik ook hier niets van. Als ik er recht op heb om over Brandts beroep d.d. 13/10/2008 en de afhandeling daarvan geïnformeerd te worden, verzoek ik u alle relevante afschriften uit dit dossier, naar mij op te sturen.

Gelieve van het bovenstaande kennis te nemen en aan mij, terzake van mijn Beroepschrift 13/11/2008 de juiste bevestiging van ontvangst te sturen waarin de juiste zaakkenmerken en het juiste onderwerp van het beroep vermeld worden.


Hoogachtend, mevr. A.M.S.ten Berge, appellant

Beroep 13 nov.2008: A.M.S.ten Berge versus B&W Utrecht

IN DUPLO

BEROEP A.M.S.TEN BERGE vs B&W Utrecht

Aan: Rechtbank te Utrecht
t.a.v.: Sector bestuursrecht
Postbus 13023 / 3507 LA Utrecht

Van: A.M.S. ten Berge.
Servaasbolwerk 4
3512 NK Utrecht

Datum : donderdag 13 november 2008

Betreft: Appellant ten Berge vs het College van B&W Utrecht

Bijlagen: bijlagen 1 t/m 12

Geachte heer / mevrouw,

Hierbij teken ik, Anna Maria Susanna ten Berge, geboren 6 maart 1944 te Utrecht, hierna te noemen Ten BERGE, als enige en directe belanghebbende beroep aan tegen het onderhavige B&W besluit van de 25ste september 2008

Bezwaar / verzoek
Mevr. M.L.J.S. Brandt-van Heijst, wonende te Gemert, hierna te noemen: BRANDT diende op de 31ste juli 2008 bij het College van B&W te Utrecht haar bezwaar / verzoek in, waarbij BRANDT (heel ongebruikelijk) aan B&W verzocht om een uitzonderingsbesluit te nemen en Ten BERGE een WWB-uitkering te verstrekken. [ Zie bijlage 1 ]

Ontvangst besluit
Ten BERGE, heeft als belanghebbende het besluit op bezwaar door de Bestuurs- en Concerndienst afd. Juridische Zaken, hierna JZ op 6 oktober 2008 ontvangen.[ zie bijlage 2 ]

Het beroep
Het beroep van Ten BERGE is gericht tegen het besluit van de 25ste september 2008 van het College van B&W te Utrecht, hierna te noemen B&W. Het besluit en de procedures liggen in het kader van de Wet Werk en Bijstand. hierna te noemen WWB.[ zie bijlage 3. ]

Ten BERGE tekent beroep aan, na kennis genomen te hebben van het onderhavige besluit op bezwaar van 25-09-2008. [ zie bijlage 3. ] Ten BERGE verwoordt haar beroep als volgt.

DEEL 1.
De feiten over de drie (3) beschikkingen ondercuratelestelling.
1
. De eerste beschikking ondercuratelestelling, is op 25 september 2007 uitgesproken door dhr.mr..R.W.J.van Veen, Sector kanton Locatie Utrecht. Van VEEN had ingevolge artikel 390 eerste lid BW1, bepaald dat de ondercuratelestelling in maar twee kranten gepubliceerd moest worden. Zelfs dát is niet gebeurd.
Onderzoek heeft vastgesteld dat er geknoeid moet zijn met de verlopen bereidverklaring van de 22ste juni 2006 van het Maatschap Kroezen BV te Vortum- Mullem, hierna te noemen KROEZEN BV [ zie bijlage 4. ]

einde blad 1 / 6

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

2 Op de 4de januari 2008 was Ten BERGE in het sterfhuis van haar moeder A.M. ten Berge- Oostwegel te Houten waar de nalatenschap besproken zou worden. Op enig moment werd Ten BERGE mishandeld door haar zus, Hetty Heijmerink-ten Berge uit Odijk. Ten BERGE heeft 112 gebeld. Thuis gekomen ontving Ten BERGE het natrap-bericht dat de andere erven alleen nog contact met Ten BERGE wilden hebben via dhr. DONKERS, curator. Een en ander gaf Ten BERGE zoveel te denken dat zij op 09 januari 2008 KROEZEN BV per brief om informatie vroeg. [ zie bijlage 5 ]

3. De tweede beschikking ondercuratelestelling is op 17 december 2007 uitgesproken door de kantonrechter te Roermond. Ten Berge is daar nooit van in kennis gesteld en/of gevraagd op de relevante zitting van deze zaak te verschijnen. Van deze beschikking is geen publicatie volgens artikel 390 eerste lid BW1 gekomen in de Staatscourant. [ zie de brief van KROEZEN BV / BRANDT d.d. 11 januari 2008: Bijlage 6. ]

4. Op de 21ste januari 2008 meldde Ten BERGE zich aan als mede erfgenaam bij Jasper NOBEL, kandidaat notaris te Utrecht,. Jasper was absoluut niet nobel. Hij wilde Ten BERGE kennelijk op verzoek van de familie niet op de lijst van erfgenamen zetten. Ten BERGE kreeg van niemand een afschrift van de lijst van erfgenamen [ geen bijlage ]

5. Op de 21ste januari 2008 berichtte Ten BERGE aan KROEZEN BV, dat zij niet akkoord ging met de bedenkelijke oplichters praktijken van haar familie en de curator.

Ten BERGE verbood BRANDT aan haar deur te komen bellen. [ zie bijlage 7. ]

6. Ten BERGE ontving op 25 maart 2008 het besluit, wéér zonder het wettelijk voorgeschreven registratienummer, van de burgemeester van Utrecht, tegenpartij, waarin Ten BERGE, vanwege de beschikking ondercuratelestelling van de 25ste september 2007 alsnog uitgesloten werd van het kiesrecht. Een bezwaarprocedure kon / mocht niet gestart worden. Het directe gevolg was dat Ten BERGE met haar politieke ambities voor de duur van de curatele ‘uitgeschakeld’ was, inzake Artikel 1 van de Grondwet. [ geen bijlage ]

7. Ten BERGE al negen (9)jaar zonder werk, inkomen of vermogen, wilde naar de rechter vanwege een geschonden erfrecht. Op 31 maart 2008 heeft Ten BERGE bij SoZa&We van de Gemeente Utrecht, op grond van de WWB om een bijzondere bijstand ad € 94,00 gevraagd, welke bedoeld was voor de betaling van de eigen bijdrage in de kosten van de advocaat. Ten BERGE zweert dat zij alle gevraagde bewijsstukken bij SoZa&We in goede orde ingeleverd heeft maar dat de betreffende WWBaanvraag tóch afgewezen werd. Ook dit SoZa&We besluit kreeg geen registratienummer. Er was geen bezwaarprocedure mogelijk Ten BERGE heeft uiteindelijk niets geërfd en geen inzage gekregen.[ geen bijlage ]

8. De derde beschikking ondercuratelestelling van de 14de februari 2008 is kennelijk uit de losse pols genomen, door mr. J. Sap,rechter en de griffier van het Kanton Utrecht. Ten Berge stond hier geheel buiten. Ten BERGE is op zitting niet gehoord. [ geen bijlage ]

9. Ten BERGE heeft op enig moment schriftelijk bij het AD te Rotterdam geïnformeerd inzake de publicatie ondercuratelestelling van de 14de februari 2008 welke in de krant van 3 mei 2008 had gestaan. Vast is komen te staan dat KROEZEN BV, feitelijk verantwoordelijk was voor deze veel te late opdracht tot publicatie, terwijl de afd. administratie van het AD, de relevante nota naar de griffier van KANTON UTRECHT moest sturen. [ zie bijlage 8. ]

einde blad 2 / 6
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

10. Ook de publicaties, over de benoeming van BRANDT als opvolgend curator in de Staats- couranten nr. 84 van 5 mei 2008 en nr. 86 van 7 mei 2008 kwamen te laat.[ zie bijlage 8. ] Inmiddels heeft Ten BERGE besloten t.z.t. de schade van deze en de voorgaande schendingen van artikel 390 BW1, te willen verhalen.

11. Het is een feit dat Ten BERGE pas op 17 mei 2008 een afschrift van de beschikking ondercuratelestelling van 14 februari 2008 per post heeft ontvangen. Dit afschrift kwam van mevr.M.J.H. Hegger, bewindvoerder bij KROEZEN BV met daarbij een begeleidend schrijven, waarin duidelijk werd dat er buiten Ten BERGE om, overleg is geweest tussen B&W, tegenpartij en KROEZEN BV, criminele organisatie.
Immers de betreffende post met het afschrift van de relevante beschikking was door dhr. L van Eijkenhout, juridisch ambtenaar van de Betuurs- en Concerndienst, afd. JZ, richting KROEZEN BV gestuurd met de opdracht, (omschreven als ‘n verzoek) dit afschrift aan Ten Berge door te sturen. [ Zie bijlage 9. ]

CONCLUSIE 1.
12. Ten BERGE concludeert over het bovenstaande, dat de drie (3) betreffende kantonrechters uitspraken ondercuratelestelling hebben gedaan, zonder relevante dossiers, zonder hoorzittingen en zonder eerlijk onderzoek naar de klachten en de protesten hieromtrent van de ondercuratele gestelde, zelf.

-------------------------------------------
DEEL 2.
De feiten over de aanvragen Wwb-uitkeringen
13.
In het B&W besluit op bezwaar van 25-09-2008 wordt nergens aangetoond dat BRANDT op 7 maart 2008 in werkelijkheid een aanvrage WWB- uitkering heeft ingediend.
Toen Ten BERGE voor 7 april 2008 werd uitgenodigd vanwege het intake gesprek heeft Ten BERGE éérst aan Shanti Indraj, behandelend ambtenaar bij het CWI-Zuid gevraagd om de betreffende aanvrage in te zien. INDRAJ zei het gevraagde niet te kunnen tonen. Ten BERGE gaf daarna aan dat zij geen medewerking zou verlenen aan een intake gesprek waarbij de leugens van BRANDT verdoezeld werden. Met andere woorden Ten BERGE kende de wet en de procedures en werkte niet mee aan de valsheid in geschrifte van curator, van het SoZa&We en van het CWI Utrecht Zuid te [ geen bijlage]

14 Feitelijk is het zo gesteld dat de eerste en de enige aanvrage WWB-uitkering die door BRANDT is ingediend, die van de 19de februari 2008. moet zijn geweest. [ zie bijlage 10. ]

CONCLUSIE 2
15. Ten BERGE concludeert over het bovenstaande, dat de tegenpartijen, de bestuurders bij DMO / SoZa&We en B&W van de Gemeente Utrecht, alsmede Paul Bos, teamleider en poortwachter CWI-Zuid, (Rijksinstelling) ten opzichte van Ten BERGE een opzettelijk en schaamteloos ‘beleid’ vertonen van ambtelijk falen, incompetentie en leugenachtige achterbaksheid.

einde blad 3 /6
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

DEEL 3
Het feit van bewindvoering onder valse vlag.

16.
B&W accepteren in hun besluit 25-09-2008 de leugen van KROEZEN BV en BRANDT in haar aanvrage WWB-uitkering van de 19de februari 2008. Oplichtster BRANDT schrijft aan dhr.J.J.Loozekoot, ambtenaar DMO / SoZa&We, dat zij door de rechter is benoemd als bewindvoerder volgens Artikel 441 BW1. [ zie bijlage10. blad 2.]

17. Het onder punt 16 gestelde kan niet waar zijn. Ten BERGE vond het artikel 441 in het BW onder Titel 19: Onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen. BRANDT is in werkelijkheid door de kantonrechters uit Roermond en Utrecht als opvolgend curator benoemd, volgens Titel 16: Curatele. Artikel 378 BW 1.[ geen bijlage ]

18. Ten BERGE heeft ter verificatie van de feiten, op enig moment dhr. Loozekoot, behandelend ambtenaar voor de aanvragen van bewindvoerders, gebeld voor informatie. In zijn bestand heeft NOOIT het cliëntnummer 127776 van mw. A.S.ten Berge geboortedatum 06-03-1944 gestaan. [geen bijlage ]

CONCLUSIE 3..

19. Ten BERGE concludeert dat de WWB-aanvrage van 19 februari 2008 wél is ingediend maar nooit in behandeling is genomen. De bij de zaak betrokkenen: KROEZEN BV / BRANDT / J.G. MANSHANDEN, hoofd DMO / B&W en JZ volgen in deze kwestie kennelijk een tweede agenda. Kennelijk met het vooropgezette doel om ten aanzien van Ten BERGE, hun schendingen van recht en orde in de doofpot te houden.

-----------------------------------------

DEEL 4
Feiten ten aanzien van de schendingen van de privacy.
20
. Op 19 september 2008 ontving Ten BERGE van JZ de stukken van de bezwaarprocedure. Daartussen trof Ten BERGE aan: Drie gemeentelijke producties op 19 maart 2008 uitgeprint door de Dienst Burgerzaken & Gemeentebelasting hierna DB&GB. Een en ander uitgeprint kennelijk op verzoek van Raadplegende Derden.
Het betrof privacy gevoelige persoonsgegevens van Ten BERGE, in de categorieën: Overzicht PL, Afnemers en Bewoning. In deze stukken stonden niet alleen de namen van legale huurders in haar pand Servaasbolwerk 4 te Utrecht, maar ook de namen van instanties waar Ten BERGE als legaal maatschappelijk vertrouwenspersoon ingeschreven staat.

CONCLUSIE 4.
21. Ten BERGE concludeert dat genoemde privacy gevoelige gegevens voor ieder een week lang ter inzage hebben gelegen op het Informatie Centrum Utrecht, hierna, het ICU. Rechtens komen deze persoonlijke en vertrouwelijke gegevens alleen Ten Berge toe. B&W hebben wél wat uit te leggen.

einde blad 4 / 6

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

DEEL 5
De feiten over het levensonderhoud van belanghebbende.

21.
Namens B&W wordt in het bezwaarbesluit d.d. 25 september 2008 als feit vastgesteld dat Ten BERGE, onderhouden zou worden door haar zussen. Niets is minder waar. Ten BERGE neemt afstand van dergelijke leugens en verplicht B&W om het gestelde, inzake de zusterlijke onderhoudsgelden te bewijzen.

22 . Namens B&W wordt in het bezwaarbesluit van 25-09-2008 als feit gesteld dat Ten BERGE onderhouden zou worden door een ex-vriend. Niets is minder waar. Daar komt bij dat deze vriend op 24 oktober 2006 aan een hersentumor is overleden. Ook hier eist Ten BERGE dat B&W met bewijzen aankomen.

CONCLUSIE 5.
23. Ten BERGE, concludeert over het voorafgaande dat B&W zich weer bedienen van kwaadaardige leugens, blijkbaar om hun gelijk te halen, in een kwestie van hun eigen onbetrouwbare beleid. Ten BERGE gaat gebukt onder een opzettelijke jarenlange schending van de zorgplicht.

--------------------------------

DEEL 6.
De feiten over de ombudsman.
24
. Namens B&W worden in hun besluit d.d. 25-09-2008 de stellingen, adviezen en/of verzoeken van de Dienst Gemeentelijke Ombudsman, hierna DGO, aangehaald. Deze feiten zijn voor de wet totaal irrelevant. DGO is geen partij in het bezwaar noch in het beroep, tenzij door de rechter anders wordt beslist of door de appellant anders wordt gevraagd.

25. De feiten, over de door B&W naar voren geschoven klacht van 9 juni 2008 behoeven de volgende verbetering: Ten BERGE heeft op 25 juni 2008 haar klacht van 09-06-2008 over de onbehoorlijke behandeling van de Gemeente Utrecht opnieuw ingediend met de volgende
woorden: “… Op 9 juni 2008 heb ik bij u een klacht ingediend van dezelfde strekking. Ik vond al eerder het gedrag van de Gemeente Utrecht, de uitvoering van de Dienstverlening en de zich doofstom houdende Raadsleden, behoorlijk ónbehoorlijk. Hun omstreden gedrag omschrijf ik ook nu weer als onbetrouwbaar, discriminerend en corrupt ten aanzien van mijn persoon. Ik zag graag dat u mijn gedragsomschrijving(en) overnam in uw reacties op mijn klachten. Ik weet, dat discriminatie en corruptie volgens het B&W besluit: ‘Dienst Ombudsman Utrecht’, niet onder uw competentie vallen. Daarom zag ik graag dat u de overblijvende kern van mijn klacht beoordeelde, namelijk die over het onbetrouwbaar en willekeurig besluitnemend Gemeentebestuur van Utrecht.” Einde citaat.

26. Ten BERGE stuurt de bovenstaande tekst per e-mail op 25-06-2008 / 15:48 aan de Ombudsman… en in CC ook naar BRANDT, naar de Wijkagent van politie, naar Postbus 16200 en naar Rob M.Kok., psychiater bij de Openbare Geestelijke Gezondheids Zorg van de Stad Utrecht, hierna: OGGZ-Utrecht. Een instelling, door wie Ten BERGE gestalkt wordt.

CONCLUSIE 6.
25. Ten BERGE concludeert gezien het bovenstaande, dat B&W er zélfs niet voor terug deinzen te proberen, om de onafhankelijke DGO voor hun corruptiekar te spannen.

einde blad 5 / 6

* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *

DEEL 7.
De feiten over het paspoort
.
26. BRANDT liegt en lastert in haar bezwaar van 31 juli 2008 over de ziekte en de tegen - werkingen van Ten BERGE. [ zie bijlage 1.] Ook hier eist Ten BERGE: Aangever BRANDT hoort met bewijzen te komen.

27. BRANDT geeft in haar bezwaar van 31 juli 2008 formeel toe, dat zij in het bezit is van het betreffende paspoort. BRANDT heeft dit document kennelijk op enig moment vóór de 31ste juli 2008 namens B&W onrechtmatig verkregen van de DB&GB afdeling persoonsbewijzen. [ zie bijlage 11.]

CONCLUSIE 7
28. Ten BERGE concludeert over deze paspoortkwestie dat zij hierbij, tot haar schade, met een nieuw strafbaar feit van B&W geconfronteerd is geworden. Namelijk een diefstal van Staatseigendom. Ten BERGE heeft aangifte gedaan.

DEEL 8 .

De feiten van de Algemene bijstandswet / Wet werk en bijstand.
29.
B&W geven in hun besluit van 25 september 2008 op blz. 2 en 3 aan hoe dat zit met de artikelen 11,17, 41 en 44 van hun uitvoeringswet: Wet, werk en Bijstand.

30. Het CWI-Utrecht Zuid, onderdeel van een uitvoerend Rijksorgaan verwijt Ten BERGE dat zij de bewijsstukken niet in wilde leveren. Dergelijke verwijten zijn ten volle een kwestie van onbehoorlijk B&W bestuur als ‘n lagere overheid. Immers B&W hebben in hun besluit zonder recht en rede, indirect bepaald, dat sommige bewijsstukken die door hun nalatigheden écht niet aanwezig kúnnen zijn, tóch op tafel moesten komen.[ zie bijlage 12. ]

CONCLUSIE 8.
31. Ten BERGE concludeert als gevolg van het hier bovenstaande, dat B&W vanaf het
jaar 2000 met alle behandelingen van alle aanvragen Abw / Wwb-uitkeringen door of namens Ten BERGE gedaan voor 100% in gebreke zijn gebleven.
Ten BERGE heeft vanaf 10 januari 2000 recht op bijstandsuitkering én op een verklaring omtrent gedrag om in het onderwijs te kunnen werken.

HET LAATSTE WOORD.
32. Feitelijk heeft Ten BERGE met voorrang recht op de 9 jaarsalarissen die B&W de eindverantwoordelijken in het openbaar onderwijs, haar opzettelijk door de neus geboord hebben. Maar dat is weer een ander horrorverhaal.

Was getekend, Utrecht 14 november 2008 Mevrouw A.M.S.ten Berge

einde blad 6 / 6