Door:Anne Marie ten Berge. Utrecht
1 / 2
Ter gelegenheid van de mondelinge hoorzitting donderdag 12 mei 2011 om 11:00 uur bij het Regionaal Tuchtcollege Gezondheidszorg te Amsterdam (RTG)
College voor tuchtrecht in eerste aanleg.
t.a.v. Mw.mr.T.H.C. Coert, voorzitter / secretaris.
Parnassusweg 220 Amsterdam.
Pleitnota in 3-voud door/van: Mw. A.M.S.ten Berge, klaagster
p/a: Servaasbolwerk 4 bis.
3512 NK Utrecht Tel:030-2316070 ING Bankrek.nr. 75.56.82.130
t.n.v. mevr. A.M.S. ten Berge.
Datum: donderdag 12 mei 2011
Uur: 11:00 uur. Toren F.
Zaak: 2010 / 206 Ten Berge vs vd L.
Betreft: Pleitnota 12 mei 2011.
Geachte voorzitter,
Dank voor het organiseren van deze hoorzitting. Een hoorzitting welke het einde van het vooronderzoek betekent in de procedure volgend op de door mij, hierna klaagster op 26 juli 2010 ingediende klacht. De klacht betrof de handelswijze van dhr.JvdL te U. orthopeed, hierna verweerder
In de kern van de zaak is mijn klacht het gevolg van een bizarre schending van de zorgplicht in een ziekenhuis. Verweerder kwam op 15 -07-2010 om 08:00 uur niet opdagen in de operatiekamer om klaagster te opereren.
Verzoek
Naar aanleiding van het gestelde in uw brief van 14 april 2011 verzoek ik het college om te beslissen dat de tuchtrechtzaak 2010/206 haar geschikt voorkomt een minnelijke schikking tussen partijen te beproeven.
Redenen van verzoek.
1. VdL. is op 15 juli 2010 om 8:00 uur niet op zijn werk in de Diak locatie Utrecht verschenen om klaagster te opereren aan een linker kunstheup. Het enige wat klaagster kon doen was ter plekke het ontstelde ziekenhuispersoneel een hart onder de riem steken. Het verzuim van VdL. kwam bij iedere betrokkene hard aan.
2. VdL kon klaagster in de Diak locatie Utrecht niet opereren om de eenvoudige reden dat hij in de Diak-locatie Zeist aan het werk was op 15 -07-2010 en om 8:00 uur.
3. Klaagster is in haar klacht niet over een nacht ijs gegaan. Uit in- en externe onderzoek is gebleken dat het bizarre fenomeen van een dergelijke ‘overboeking’ van de werkzaamheden van een chirurg, niet alleen in het Diakonessenziekenhuis regelmatig voorkwam maar ook elders in het land en haar ziekenhuizen slachtoffers maakt.
4. Het, zo door klaagster ontdekte fenomeen ter zake van ‘overboekingen van plaatsen op de operatietafel’ mag volgens klaagster gezien worden als het gevolg van de marktwerking in de Zorgsector. Immers, ook afgelaste/gemiste operaties brengen kosten met zich mee, welke in alle gevallen - ten rechte of ten onrechte - gedekt worden door de Branche van Zorgverzekeraars waarmee Zorginstellingen waterdichte afspraken hebben gemaakt.
2 / 2
Afspraken welke blijkbaar niet in een openbare controle (Wob)worden meegenomen. In alle gevallen van deze ‘overboekingen’ is de zieke, de hulpbehoevende het kwetsbare slachtoffer.
5. In de ogen van klaagster heeft verweerder bij monde van dhr. mr. H.R.Marcelis, zijn vertegenwoordiger het besloten karakter van deze tuchtrechtelijke procedure op 07-10-2010 geschonden door aan derden te vragen of klaagster bij het indienen van haar klacht wel rechtsgeldig handelde of anderszins.
6. Deze eigengereide actie van verweerder , onder punt 5. heeft klaagster op kosten gejaagd wat betreft het uur salaris van de curator. Verweerder heeft deze kosten niet willen vergoeden.
Voorgestelde schikking materiële schade
Vooropgesteld dat klaagster nog steeds geopereerd wil/moet worden is het voor klaagster het allerbelangrijkste dat verweerder aan klaagster € 15.000,-- betaalt zijnde de totale (?) kosten van een operatie linker kunstheup in het UMC Utrecht en de kosten van een Zorghotel of verzorging aan huis, alsmede de reguliere vergoedingen aan revalidatie kosten, hulpmiddelen en taxivervoer.
Als een feit staat vast dat de curator vanaf 1 januari 2010 geen premie voor de ziekte- en tandartsverzekering aan MENZIS betaalde
Voorgestelde schikking immateriële schade
Klaagster wil dat verweerder aan haar de immateriële schade (smart) van € 20,-- per dag betaalt dat klaagster door de schuld van verweerder niet in week 28 van 2010 geopereerd is geworden. Klaagster hoopt dat het UMC in week 25 van 2011 haar kan opereren. Als dat lukt komt het gevraagde smartengeld neer op 49 weken x 7 dagen x € 20,-- = € 6860, --
Redenen schikking smartengeld.
Klaagster is gedupeerd door de bizarre schending van de zorgplicht in het ziekenhuis door verweerder. Omdat de noodzakelijke operatie op 15 juli 2010 buiten de schuld van klaagster was afgelast, had klaagster geen andere mogelijkheden dan lijdzaam af te wachten totdat het RTG tot een eindoordeel was gekomen.
Dat de klachtprocedure bij het RTG Amsterdam wel een jaar kon duren heeft klaagster met zorg en tegenzin voor lief moeten nemen. Klaagster moest met pijn, verdriet en steeds terugkerende wanhoop over haar invaliditeit, zonder enig uitzicht op het einde daarvan, alle dagen strijden tegen haar teloorgang. De schending van de zorgplicht door verweerder heeft de levensvreugde en bewegingsvrijheid in verzorging, lopen, wandelen, fietsen, boodschappen doen van klaagster, totaal beperkt. Klaagster heeft in het afgelopen jaar veel geld betaald aan hand- en spandiensten door derden.
Daar komt bij dat verweerder zich nooit persoonlijk tot klaagster heeft gewend om mededogen te tonen voor de ontregeling van klaagsters verwachtingen betreffende haar gezondheid. Ook een verklaring van het waarom of een “sorry” over zijn afwezigheid op 15-07-2010 kon er niet af.
Verder heeft klaagster € 295,12 indirecte kosten gemaakt voor de werkzaamheden van de curator. Klaagster vind het doel van verweerder om de curator om haar zienswijze te vragen en zo het besloten karakter van de tuchtprocedure te niet te doen, laakbaar. Klaagster zou graag zien dat verweerder ook deze kosten alsnog gaat vergoeden.
Was getekend, mevrouw A.M.S. ten Berge
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten