maandag 5 juli 2010

Twee partijdige rechters te Utrecht

Door: Anne Marie ten Berge. Utrecht. 5 juli 2010

BEZWAARSCHRIFT in duplo
PERSOONLIJK AANGEREIKT 1 / 2

Aan: Bestuur Rechtbank Utrecht.
t.a.v.: Dhr.mr. J.Sap, vice-president Rechtbank Utrecht.
en/of mevr.mr L.C. Heuveling van Beek, kantonrechter
Vrouwe Justitiaplein 1. 3511 EX Utrecht

Van: DEMOCRATEN Servaasbolwerk 4
3512 NK Utrecht
Tel.030-2316070 KvK30252308
ABN-AMRO558592945 Datum: maandag 5 juli 2010
Onderwerp: Uw 1ste reactie d.d. 01/07/10 op mijn verzoek van 26/02/2010
Bijlagen: 2 stuks bijgevoegd.

Geachte heer en mevrouw,

Verwijzend naar de inhoud van uw reactiebrief van 01 juli 2010 teken ik, Anna Maria Susanna ten Berge, geboren 6 maart 1944 te Utrecht, domicilie kiezend op bovenstaand adres, formeel bezwaar aan tegen al hetgeen u in deze brief aan de orde stelt met uitzondering van uw ‘oordeel’. Met andere woorden: De beoordeling van de redenen dat ik NOOIT privé een zakelijk contact heb gelegd en/of verbintenissen ben aangegaan met welke soort van curator dan ook, is een aangelegenheid die alleen mij aangaat. Op eerdere en meerdere zittingen in 2008 en 2009 heb ik u beiden duidelijk gemaakt dat u mij niet kon dwingen met criminelen om te gaan. En met criminelen bedoelde ik de vennoten en medewerkers van het Bewindvoerderskantoor Kroezen BV te Vortum-Mullem.
En gezien het schandalig gestelde ‘oordeel’ in uw brief van 01 juli 2010 behoud ik mij het recht voor, om mij voor dwang en chantage uwerzijds af te sluiten en van deze recente poging tot dwang, chantage en van uw blijken van duidelijke partijdigheid, aangifte te gaan doen.

Redenen van bezwaar.

1. Partijdigheid en onfatsoen.
Op 26 februari 2010 heb ik bij de Rechtbank Utrecht een verzoekschrift ingediend welk ik hier als bijlage nr.1 bijvoeg. Uw schrijven van 01 juli 2010 welke ik hier als bijlage nr 2 bijvoeg en welk geacht wordt een eerste formele reactiebrief op genoemd verzoekschrift te zijn, heb ik in goede orde ontvangen.
Het rechtsmiddel van mijn verzoek van 26 februari 2010 om een getuige op te roepen is kennelijk een, aan uw ‘oordeel’ onderworpen zaak geworden. Ik heb geen kans gekregen om een blijk van hartgrondige afkeuring van uw bemoeienissen te geven. in verband met het feit dat u tot op het bot onbetrouwbaar en partijdig bent gebleken.
Het staat u vrij mij per brief te berichten over uw oordeel en/of de voortgang van een gerechtelijk procedure, maar ik hoef niet te dulden dat u in uw oordeel van 01 juli 2010 geen zaakkenmerk, geen zaaknummer en geen zaakomschrijving vastgesteld hebt. Dit soort ‘oordelen’ verwijst naar de voortzetting van uw partijdigheid en onfatsoen.

2. Termijnoverschrijding en desinteresse.
Zoals ik eerder aangaf had ik op 26 februari 2010, vier (4) maanden geleden bij de Rechtbank Utrecht, in tweevoud, een verzoekschrift ingediend (zie bijlage 2). Verzocht werd om de tegenpartij, met name de ambtenaar A.Wolfsen, burgemeester van Utrecht, te laten getuigen in een geschil dat ik met hem heb over de onrechtmatige afgifte van een nieuw paspoort.
2 / 2
Vermoedelijk is dit nieuwe paspoort aan bekende derden, familie of de advocaat van de familie gegeven terwijl ik in het ziekenhuis lag. Een en ander had als gevolg dat deze derden op onrechtmatige wijze en een valse handtekening, mijn AOW en mijn ABP-pensioen hebben aangevraagd en een Rabo-bankrekening op mijn naam hebben geopend, om zo de gelden van mijn uitkeringen, mijn vermogen en mijn erfenis te kunnen verduisteren.
Ik acht het overschrijden van de termijn om een eerste reactie te sturen op mijn verzoekschrift van 26 februari 2010, een verregaande en ziekmakende vorm van ambtelijke laksheid en desinteresse. BAH.
Iedere dag leid ik financiële schade omdat de gelden van mijn AOW en ABP-pensioen verduisterd worden door degenen die van de overheid de kans hebben gekregen om met mijn paspoort in de hand, de betreffende uitkeringen aan te vragen, te ontvangen en te verduisteren.

3. Ik heb schade geleden en aan levensvreugde ingeboet.
U kunt een eis van schadevergoeding tegemoet zien. Dan zal u misschien leren welk een negatieve invloed de drie valse ondercuratelestellingen en een buitenproportionele wachttijd van vier maanden op de behandeling van een verzoekschrift kan hebben op de levensvreugde en de sociale zekerheden van de verzoeker.

4. Onrechtmatig bijvoegen van partij ten derde
In mijn verzoekschrift van 26 februari 2010 verzocht ik de Rechtbank Utrecht een zaak aanhangig te maken tegen partij Wolfsen. Maar in uw eerste reactiebrief van 01 juli 2010 op mijn verzoek van 26 februari 2010 voert u geheel ten onrechte een tweede (tegen)partij op, met name mevr. M.L.J.S Brandt-van Heijst wonende te Gemert, hierna te noemen Brandt.
Feitelijk vraagt u zonder enige grond aan Brandt, tegen mij te getuigen in een zaak, die u al vier maanden lang, met de zaakomschrijving van VERZOEK, op de rol weigert te zetten. BAH. Brandt is absoluut geen partij in mijn verzoekzaak van 26-02-2010. Brandt is een verdachte persoon en klaagt al jaren steen en been over mijn desinteresse in haar.
Ik hoef niet te dulden dat u voor de zoveelste keer als partijdige kantonrechter en vice-president, ontspoort in uw ambtelijk functioneren als het gaat om getuigen onder ede.

5. U verkoopt mij per 01 juli 2010 weer een nieuwe leugen.
U beweert in uw brief van 01 juli 2010 dat u Brandt als curator om een reactie verzocht heeft, maar als dat waar is, waarom vult Brandt dan niet de naam van de kantonrechter, de naam van griffier, het kenmerk van uw brief in op haar reactie ? Ja, nu staan jullie weer met de mond vol tanden, niet waar ? Maar vergeet niet dat ik al twee jaar te maken heb met uw ambtelijke leugens en bedrog, valsheid in geschriften, machtsmisbruik en vriendjespolitiek.
Ik hoef niet te dulden dat u zich nog steeds met dat smerige machtspel bezig houdt.

6. Tot slot: Mijn verzoek van de 26 februari 2010.
Dat blijft net zolang van kracht tot er aan is voldaan. Moeilijker dan even slikken kan het toch niet zijn om zo’n Wolfsen (PvdA) nep – burgemeester van Utrecht een getuigenis onder ede af te laten leggen ? Ik hoop dat u mij spoedig kan informeren wanneer de betreffende zitting is.
Was getekend, Mevrouw A.M.S.(Anne Marie) ten Berge, voorzitter

Lees alles terug op mijn site:www.annemarietenberge.blogspot.com :‘Twee partijdige rechters te Utrecht’.05/07/2010 en: ‘Tussenbericht aan de politie over de boef Wolfsen’. 03/02/2010.
----------------------------------
BIJLAGE nr.1 op 05-07-2010
----------------------------------
Persoonlijk aangereikt in duplo
1 / 1

Aan: Rechtbank Utrecht. Sector Civiel.
Vrouwe Justitiaplein 1
3511 EX Utrecht

Van: A.M.S.tenBerge. Servaasbolwerk 4
3512 NK Utrecht.

Datum: vrijdag 26 februari 2010
Betreft: Getuigenis op verzoek.
Bijlage: 1

Geachte heer / mevrouw,

Hierbij verzoekt, Anna Maria Susanna ten Berge, geboren 6 maart 1944 te Utrecht. (hierna, verzoekster) aan de rechter om ingevolge Art 166 Wetboek 1 van Burgerlijke rechtsvordering, ambtshalve op te roepen dhr. Aleid Wolfsen, burgemeester. Werkadres: Stadhuis. Mindrebroederstraat 2. 3512 GG Utrecht. (hierna: burgemeester), teneinde aan de bevoegde rechter te vertellen, duidelijkheid te verschaffen in het geschil van verzoekster versus de burgemeester. Genoemd geschil ligt in het kader van een wederrechtelijk onrechtmatige genomen beslissing van de burgemeester betreffende het nieuwe paspoort: van verzoekster NMPK2R432 geldig van 01 juli 2008 tot 01 juli 2013

Feiten:
Zie Bijlage: In de brief:van 31 juli 2008 verklaart mevrouw G .van den Berg, medewerkster bij het Bewindvoerderskantoor Kroezen BV te Vortum-Mullem aan het college van B&W te Utrecht in het bezit te zijn van bovengenoemd paspoort. Omdat verzoekster op 1 juli 2008 een nieuw paspoort aangevraagd en betaald had bij de Dienst Burgerzaken en Gemeentelijke Belastingen (BZ&GB) te Utrecht, had verzoekster het onvervreemdbare recht aldaar haar paspoort op te halen. Maar toen verzoekster dat eind augustus 2008 deed, lag het betreffende paspoort niet meer in de kluis van de Gemeente Utrecht.

Uit onderzoek is gebleken dat de ambtenaren met name: dhr. P.Storms en dhr. B.Dols werkzaam bij BZ&GB op de afdeling paspoorten, het nieuwe paspoort NMPK2R423 kennelijk in de periode tussen 09 juli en 31 juli 2008 in handen hadden gegeven van onbevoegde, niet gemachtigde derden. En zo gelegenheid hebben gegeven tot verduistering Staatseigendom en overige fraude. Uit onderzoek en uit de stukken is namelijk gebleken dat anonieme, niet gemachtigde derden (vermoedelijk familie) zonder enige twijfel het betreffende paspoort hebben misbruikt om de AOW, het ABP-pensioen en een erfenis van verzoekster aan te vragen en alle gelden daarvan te verduisteren.

In de periode vanaf augustus 2008 tot op heden is herhaaldelijk aan de burgemeester, aan de 45 Raadsleden en aan Justitie om onderzoek gevraagd. Verzoekster heeft aangiften gedaan terzake van verduistering paspoort en overige fraude. De officier van Justitie neemt kennelijk op verzoek van de burgemeester geen beslissing omtrent de afhandeling van deze strafzaak. Verzoekster blijft zitten zonder inkomen, zonder de nodige middelen van bestaan.

Reden van verzoek
Verzoekster kan alleen aangifte(n) doen tegen de daders van bovengenoemde delicten en haar geld terugvorderen als de burgemeester wil getuige hoe en waarom het betreffende paspoort in handen is gegeven van de foute personen.
Hoogachtend, mevrouw A.M.S.ten Berge.
-------------------------------------
BIJLAGE nr 2. 05-07-2010
-------------------------------------
LETTERLIJK GECITEERDE BRIEF van 01-07-2010:
De Rechtspraak
Rechtbank Utrecht
A.M.S.ten Berge
Servaasbolwerk 4
3512 NK Utrecht.
Datum: 1 juli 2010
Contactpersoon: R.van Eckeveld
Telefoonnummer: (030) 2233000
ons kenmerk: CB.nr103122
uw kenmerk:
Bijlage : 1
Faxnummer: (030) 2233842
Onderwerp: Reactie op brief van 26 februari 2010
Geachte mevrouw Ten Berge,
Naar aanleiding van uw schrijven van 26 februari 2010 bericht ik namens de kantonrechter het volgende.
Aan de curator is verzocht te reageren op uw brief welke reactie op 10 mei jl. ter griffie is ingekomen.
Bedoelde brief van de curator treft u bijgaand in kopie aan.
De kantonrechter is van oordeel dat, voordat verder wordt beslist, u eerst een gesprek met de curator dient aan te gaan.
Ik vertrouw er op u hiermede voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
R. van Eckeveld
Griffier.
------------------------------

Geen opmerkingen: