maandag 29 augustus 2011

Een poging tot doodslag door de burgemeester.

Door: Anne Marie ten Berge,Utrecht maandag 29 augustus 2011.

Op 24 maart 2011 stuurde ik een journaliste in verband met het plan van de gemeenteraad om toch iets te bouwen wat hoger was dan de Dom het volgende berichtje, ik citeer in cursief: Ik weet zeker dat dit plan, om zulke hoge winkel- en kantorentorens te bouwen gebaseerd is op een schurkenplan van die 45 gemeenteraadsleden die op stoelen zitten waar integere mensen zouden moeten zitten. De gemeenteraad mag helemaal geen plannen maken en uitvoeren sinds ik hun voorzitter voor een poging tot doodslag heb aangegeven. Einde citaat.
De journaliste mailde mij terug: Poging tot doodslag door de voorzitter van de Utrechtse gemeenteraad? Waar doelt u precies op?
>Beste.....
Sorry dat mijn antwoord 5 maanden geduurd heeft. Ik heb gisteren ruim 700 mails in mappen geplaatst en toen kwam ik uw vraag van 24 maart 2011 tegen. De voorzitter van de Gemeenteraad is de burgemeester. Het burgemeesterschap is een functie, die sommige wetten mag uitvoeren. Zo ook de krankzinnigheidswet 1935 welke nu de Wet op de bijzondere opnames psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ, heet.
Op 11 februari 2002 heb ik aangifte gedaan tegen het tweetal: De burgemeester van Utrecht en mr. Frans P.J.M.Otten, de stads- en provincie advocaat-procureur in Justitiezaken van Stad en Provincie Utrecht. U weet wel: In de driehoek, Politie, Rechtbank en de Gemeente.(deze aangifte hangt in de etalage van Servaasbolwerk 4 bis te Utrecht.)
In het jaar 2000 kreeg ik voor het eerst het dossier in handen waaruit bleek dat ik in 1983 geheel onterecht een IBS had gekregen. Ik was op 28 september 1983 in een GGD ziekenwagen ontvoerd naar een isoleercel in het WA-huis Den Dolder. Mijn zwager Pieter en mijn zus Hetty Heijmerink- ten Berge woonachtig in Odijk hadden hun vriendin Lien Vos-van Gortel (VVD) burgemeester van Utrecht tegen beter in, dus willens en wetens wijs gemaakt, dat ik zelfmoord wilde plegen.
Na een week was ik weer thuis. Maar in die isoleercel ben ik gemarteld. Er is mij onder dwang medicinale drugs ingespoten waarvan ik wist dat ik deze niet mocht hebben. Door de in bewaring stelling (IBS) beslissing van de burgemeester was ik machteloos gemaakt mijzelf te redden uit een levensbedreigende situatie. Dat noemt de wet en uiteraard ook de politie: Een poging tot doodslag. Vergelijkbaar met wanneer je iemand bij een aanrijding gewond achterlaat zonder hulp te geven of af te wachten tot er hulp is gearriveerd.
Pas eind 2001 had ik zoveel bewijs verzameld van het machtsmisbruik van de burgemeester en haar advocaat-procureur die namens haar de krankzinnigheidswet had ondertekend, dat ik aangifte ben gaan doen op 24 januari 2002.
Daar ben ik op 24-01-2002 op het politiebureau gearrresteerd voor "lokaal vredebreuk op het politiebureau", want dhr. A.Koc, hulp-officier van justitie, verbood aan de verbalisant om een proces-verbaal van mijn aangifte: Poging tot doodslag' op te nemen en hij sommeerde mij om weg te gaan wat ik niet deed, want als ik ergens voor ga, dan ga ik er voor. Deze lokaalvredebreuk staat als eerste delict op mijn strafblad dat ik niet in handen krijg omdat ik dan de Staat aan kan klagen.
Op 11 februari 2002 heeft uiteindelijk de wijkagent, de integriteit zelve, een proces-verbaal opgemaakt van mijn aangifte. Daar heeft het OM Utrecht niets mee gedaan. Maar wat niet is kan nog komen nietwaar ?
In Juli 2002 gaf ik, in een oplage van 500 stuks mijn rapport: 'Broodroof en Rechteloosheid', uit. Een aanklacht tegen het grove machtsmisbruik van de volksvertegenwoordigers van de politieke partijen in de Raad. De Raadsleden met hun voorzitter de benoemde burgemeester, zijn het stadsbestuur. Zij zijn de baas in de Stad. Zij zijn ook de baas over hun doofpotten.
Het is goed dat u mij de vraag stelde want het herinnert mij aan mijn voornemen om de inhoud van het hierboven genoemde rapport op mijn blog www.annemarietenberge.blogspot.com te zetten.

Met vriendelijke groet, Anne Marie ten Berge.

PS: Ik zet het bovenstaande op mijn blog maar ga uw naam niet noemen.

-

Geen opmerkingen: